Welke SPF voor welk fototype?
De keuze van de SPF moet worden aangepast aan de intensiteit van de zon, de duur van de blootstelling en het fototype. Hoe lichter de huid (fototype 1), hoe hoger de beschermingsfactor moet zijn
Fototype I
Het zijn zeer lichte, melkachtige huiden, vaak met sproeten. Hun haar is meestal rood. Zelfs een zeer korte blootstelling aan de zon veroorzaakt zonnebrand en zij bruinen nauwelijks. Het is essentieel dat zij tegen de zon worden beschermd.
Aanbevolen SPF: 50+
Fototype II
Lichte huid, soms met sproeten en blond haar. Deze mensen krijgen bijna altijd zonnebrand, maar ze bruinen een beetje en krijgen een lichte teint aan het eind van hun vakantie.
Aanbevolen SPF: 50+
Fototype III
Deze mensen zijn blond of bruin, met een lichte of getinte huid. Soms verbranden ze aan het begin van de blootstelling en ontwikkelen dan een klassieke gouden bruine teint. De kleur van de ogen en het haar is belangrijk. Blondines van huidtype 3 of blondines met lichte ogen verouderen sneller dan brunettes met donkere ogen bij herhaalde blootstelling aan de zon.
Aanbevolen SPF: 30 of 50.
Huidtypes IV
Dit zijn mensen met een donkere huidskleur die zelden zonnebrand hebben. Ze worden gemakkelijk bruin.
Aanbevolen SPF: 20 of 25
Fototype V
Dit zijn mensen met een donkere huidskleur die uitzonderlijk snel verbranden en bruinen. Ze krijgen een donkerbruine teint.
Aanbevolen SPF: 20 of 25
Fototype VI
Dit zijn mensen met een zwarte huid en donkere ogen, die zeer goed tegen de zon kunnen. Een zonbescherming met een lage SPF is voor hen voldoende.
Aanbevolen SPF: 10 (en 20 tot 25 voor de lichtere delen van de huid).